Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 januari 2021
gepubliceerd op 25 februari 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie

bron
vlaamse overheid
numac
2021040213
pub.
25/02/2021
prom.
08/01/2021
ELI
eli/besluit/2021/01/08/2021040213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie


VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING Algemene toelichting Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de artikelen 14 en 15 van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (hierna: EPBDIII) en wijzigt titel II van het VLAREM en het Stooktoestellenbesluit. Volgende besluiten van de Vlaamse Regering worden met dit besluit ook gewijzigd: - het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten2 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL). - het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten0 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (Milieuhandhavingsbesluit). 1. Wijzigingen artikel 14 en 15 Richtlijn (EU) 2018/844 De EPBDIII wijzigt en actualiseert artikel 14 en 15 over het keuren van verwarmingssystemen en airconditioningsystemen uit de EPBD-richtlijn van 2010: - Het toepassingsgebied van de keuring van verwarmingssystemen is uitgebreid.Voorheen had de EPBD alleen betrekking op cv-ketels (centrale stookinstallaties). De EPBDIII voorziet in een keuringsverplichting voor alle andere types van verwarmingssystemen dan centrale stookinstallaties. De keuring omvat ook het ganse verwarmingssysteem en niet alleen de warmtegenerator. Een verwarmingssysteem of een airconditioningsysteem gecombineerd met een ventilatiesysteem, valt voortaan ook onder de keuringsverplichting; - De ondergrens voor de verplichte keuring van verwarmingssystemen en de keuring van airconditioningsystemen verschuift naar een nominaal vermogen van 70 kW; - De EPBDIII benadrukt ook meer het belang van een beoordeling onder typische of gemiddelde werkings omstandigheden waarvoor mogelijks slechts een gedeelte van het nominale vermogen nodig is; - De richtlijn voorziet ook in een grotere rol voor systemen voor gebouwautomatisering en -controle. Gebouwen die zijn uitgerust met dergelijke systemen moeten worden vrijgesteld van de verplichte keuringen. 2. Keuze voor continuïteit met behoud bestaande drempels In eerste instantie wordt er gekozen om het aantal wijzigingen van de bestaande situatie te beperken.De bestaande onderdrempels voor de verplichte keuring van verwarmingssystemen (verwarmingsaudit) en airconditioningsystemen (airco-energiekeuring) worden behouden op 20 en 12 kW en niet verschoven naar 70 kW. Dit om volgende redenen: - De Europese Commissie stelt in haar overwegingen bij richtlijn (EU) 2018/844 dat volgens een effectbeoordeling blijkt, dat de bepalingen inzake de keuring van verwarmingssystemen en airconditioningsystemen inefficiënt zijn gebleken. Niettemin kunnen de lidstaten die de nodige maatregelen hebben vastgesteld om regelmatige keuringen in te stellen en die doeltreffende keuringsregelingen hebben doorgevoerd, besluiten om deze regelingen voort te zetten voor kleinere verwarmings- en airconditioningsystemen. Deze eventuele strengere voorschriften voor kleinere systemen moeten niet ter kennis worden voorgelegd aan de Europese Commissie. - De keuring voor eerste ingebruikname en een regelmatige periodieke onderhoudsbeurt van het centraal stooktoestel zorgen voor een grondige beoordeling van de goede en veilige werking van een centraal stooktoestel. Het behoud van de verwarmingsaudit voor centrale stooktoestellen met een vermogen vanaf 20 kW zorgt voor synergieën op vlak van veiligheid, energie-efficiënte en milieu. Het verschuiven van de onderdrempel naar 70 kW zou betekenen dat de meeste huishoudelijke toestellen buiten het toepassingsgebied van de verplichting vallen. - Steeds meer gebouwen worden uitgerust met een airconditioningsysteem. Bovendien hadden ongeveer 60% van de 4.800 reeds geregistreerde airco-energiekeuringen in Vlaanderen betrekking op een airconditioningsysteem met een nominaal koelvermogen lager dan 70 kW. - Ten slotte, worden in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 de instrumenten uit het stooktoestellenbesluit (inclusief de verwarmingsaudit) versterkt om, voor bestaande (huishoudelijke) verwarmingsketels op aardgas en stookolie, de vernieuwingsgraad te versnellen en de instellingen te optimaliseren. 3. Wijzigingen rond de airco-energiekeuring (gedeeltelijke omzetting van artikel 15 EPBDIII) De tekst van artikel 5.16.3.3, § 3, 4° van VLAREM II over de airco-energiekeuring wordt uitgebreid met gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen. De airco-energiekeuring bevat vandaag al bepaalde aspecten met betrekking tot het ventilatiesysteem.

Daarnaast wordt de keuringsfrequentie vereenvoudigd naar vijfjaarlijks voor alle systemen, ongeacht het nominaal koelvermogen. In voorkomend geval moet de beoordeling van het airconditioningsysteem rekening houden met de typische of gemiddelde werkingsomstandigheden.

Het besluit bevat ook vrijstellingen voor o.a. gebouwen met airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen, die voorzien zijn van gebouwautomatisering en -controlesystemen. Goed geprogrammeerde systemen voor gebouwautomatisering en -controle kunnen de keuringen namelijk op doeltreffende wijze vervangen. In het besluit worden ook een aantal wijzigingen doorgevoerd aan het VLAREL en bijlage XXIII van het Milieuhandhavingsbesluit om deze teksten af te stemmen op de wijzigingen aan artikel 5.16.3.3, § 3, 4° van titel II van het VLAREM. 4. Wijzigingen rond de verwarmingsaudit (gedeeltelijke omzetting van artikel 14 EPBDIII) Gelet op de actie rond het versnellen van de vernieuwingsgraad en optimalisatie van de instellingen van bestaande verwarmingsketels op aardgas en stookolie uit het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030, zijn de aanpassingen voor centrale stooktoestellen beperkt en blijft de bestaande invulling voor de verwarmingsaudit voor centrale stooktoestellen uit het Stooktoestellenbesluit behouden.Het besluit voorziet wel in analoge vrijstellingen als voor de airco-energiekeuring. In voorkomend geval moet de verwarmingsaudit ook rekening houden met de typische of gemiddelde werkingsomstandigheden van het centrale stooktoestel.

Voor gecombineerde verwarmings- en ventilatiesystemen en andere verwarmingssystemen dan centrale stooktoestellen, wordt een beroep gedaan op art. 14 lid 3 van de EPBDIII om een alternatieve aanpak uit te werken. Vooraleer deze maatregelen worden toegepast, moet de gelijkwaardigheid van deze maatregelen worden aangetoond bij de Europese Commissie overeenkomstig de toepasselijke plannings- en rapportageverplichtingen.

Artikelsgewijze bespreking Hoofdstuk 1. Inleidende bepaling Artikel 1 Dit artikel stelt dat het besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie, hierna genoemd als "EPBDIII" Hoofdstuk 2. Wijzigingen van titel II van het VLAREM Artikel 2 Dit artikel vervangt de definitie van "nominaal koelvermogen" in artikel 1.1.2 onder de definities "KOELINSTALLATIES". De definitie wordt afgestemd op de formulering uit de EPBD. Het totale opgesteld koelvermogen, uitgedrukt in kW, wordt aangegeven door de fabrikant en maakt deel uit van de productinformatie.

Artikel 3 Dit artikel wijzigt artikel 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM en voorziet in de gedeeltelijke omzetting van artikel 15 EPBDIII. Punt 1° Dit punt vervangt punt 4° van artikel 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM. Wanneer een airconditioningsysteem gecombineerd is met een ventilatiesysteem, valt het voortaan ook onder de keuringsverplichting. De frequentie voor de verplichte airco-energiekeuring wordt opgenomen in titel II van het VLAREM en vereenvoudigd naar vijf jaar, ongeacht het nominaal vermogen. Een nieuw airconditioningsysteem of gecombineerd airconditionings- en ventilatiesysteem moet een eerste keer gekeurd worden binnen de 12 maanden na inbedrijfstelling.

De keuring omvat een beoordeling van het rendement en de dimensionering van het systeem vergeleken met de koelingsbehoeften van het gebouw. De verdere elementen waaruit de keuring bestaat zijn voortaan opgenomen in een bijlage bij titel II van het VLAREM. De minister bevoegd voor de energie kan de bijlage aanvullen of wijzigen.

Dit punt bepaalt tevens vrijstellingen op de keuringsverplichting in overeenstemming met artikel 15, lid 2 en lid 6 van de EPBDIII. De keuring is niet verplicht voor airconditioningsystemen die onder een energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld, zoals energieprestatiecontracten, of die worden beheerd door een nutsbedrijf- of een netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen.

In beide gevallen moet deze aanpak wel hetzelfde globale resultaat opleveren als de verplichte airco-energiekeuring. Ten slotte is de airco-energiekeuring ook niet verplicht voor niet-residentiële gebouwen met installaties die conform art. 11.1/1.2 van het Energiedecreet zijn uitgerust met systemen voor gebouwautomatisering en -controle. Deze vrijstelling geldt ook voor niet-residentiële gebouwen met installaties met een nominaal vermogen van minder dan 290 kW, waarin systemen voor gebouwautomatisering-en controle zijn geïnstalleerd.

Punt 2° Aan artikel 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM wordt een tweede lid toegevoegd. Deze bepaling vereist dat de aanpak voor airconditioningsystemen die onder een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld of die worden beheerd door een nutsbedrijf- of een netwerkexploitant hetzelfde globale resultaat moet opleveren al de airco-energiekeuring. De airconditioningsystemen moeten hierbij worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.

Artikel 4 Dit artikel voegt in de bijlagen bij titel II van het VLAREM een bijlage 5.16.8 in. De bijlage bevat de elementen waaruit de keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW bestaat. De minister bevoegd voor de energie kan de bijlage wijzigen of aanvullen.

Hoofdstuk 3. Wijzigingen van het Stooktoestellenbesluit Artikel 5 Dit artikel vervangt de definitie van `verwarmingsauditrapport' in punt 35° van artikel 2 van het Stooktoestellenbesluit. De definitie wordt gewijzigd om te voldoen aan de gebruikte formulering in de EPBDIII. In voorkomend geval moet rekening worden gehouden met het vermogen van het centraal stooktoestel om zijn prestaties onder gemiddelde werkomstandigheden te optimaliseren.

Artikel 6 Dit artikel neemt paragraaf 3 van artikel 9 van het Stooktoestellenbesluit opnieuw op. Paragraaf 3 voorziet, in overeenstemming met artikel 14 lid 2 en lid 6 van de EPBDIII, in welbepaalde vrijstellingen voor het uitvoeren van de verwarmingsaudit.

Zo is de verwarmingsaudit niet verplicht voor centrale stooktoestellen die onder een energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld, zoals energieprestatiecontracten. Hetzelfde geldt voor centrale stooktoestellen die worden beheerd door een nutsbedrijf- of een netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen. In beide gevallen moet deze aanpak wel hetzelfde globale resultaat opleveren als de verplichte verwarmingsaudit. De centrale stooktoestellen moeten hierbij worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.

Ten slotte is er ook een uitzondering voorzien voor niet-residentiële gebouwen met installaties die conform art. 11.1/1.2 van het Energiedecreet zijn uitgerust met systemen voor gebouwautomatisering en -controle. Deze uitzondering geldt ook voor niet-residentiële gebouwen met centrale stooktoestellen met een nominaal vermogen van minder dan 290 kW waarin systemen voor gebouwautomatisering-en controle zijn geïnstalleerd.

Hoofdstuk 4. Wijzigingen aan het Milieuhandhavingsbesluit Artikel 7 Dit artikel wijzigt het enig artikel van bijlage XXIII bij het Milieuhandhavingsbesluit. Met de wijzigingen aan VLAREL moet ook de lijst met milieu-inbreuken in bijlage XXIII bij het Milieuhandhavingsbesluit aangepast worden.

Hoofdstuk 5. Wijzigingen aan het VLAREL Artikel 8 Dit artikel wijzigt artikel 6 van het VLAREL. Door de wijzigingen van het toepassingsgebied van art. 5.16.3.3, § 3, 4° van titel II van het VLAREM moeten ook de categorieën van erkenningen aangepast worden.

Artikel 9 Dit artikel vervangt in artikel 13/1, 3° van het VLAREL, de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen". Zo wordt dit artikel afgestemd op de wijzigingen aan art. 5.16.3.3, § 3, 4° van titel II van het VLAREM door dit besluit.

Artikel 10 Dit artikel vervangt in artikel 24/1 van het VLAREL, de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen". Zo wordt dit artikel afgestemd op de wijzigingen aan art. 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM door dit besluit.

Artikel 11 Dit artikel vervangt in artikel 39/1, 3°, en tweede lid, van het VLAREL, de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" telkens door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen". Zo wordt dit artikel afgestemd op de wijzigingen aan art. 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM door dit besluit.

Artikel 12 Dit artikel vervangt in artikel 43/4 van het VLAREL, de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" telkens door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen". Zo wordt dit artikel afgestemd op de wijzigingen aan art. 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM door dit besluit.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen Artikel 13 Dit artikel voorziet in de opheffing van het ministerieel besluit van 10 februari 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/2011 pub. 31/03/2011 numac 2011201464 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen sluiten tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen. De bepalingen tot vastlegging van de frequentie werden opgenomen in artikel 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM en de elementen waaruit de keuring bestaat, zijn voortaan opgenomen in bijlage 5.16.8 van titel II van het VLAREM. Artikel 14 Dit artikel stelt de klassieke slotbepaling vast.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

Raad van State Afdeling Wetgeving

Advies 68.259/3 van 8 december 2020 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie efficiëntie' Op 6 november 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie'.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 1 december 2020. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Koen MUYLLE, staatsraden, Jan VELAERS en Bruno PEETERS, assessoren, en Annemie GOOSSENS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Arne CARTON, adjunct-auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 december 2020. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 2.1. Het voor advies voorgelegde ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering strekt tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 `houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne' (hierna: titel II van het VLAREM) (artikelen 2 tot 4 van het ontwerp), het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten `betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater' (artikelen 5 en 6), het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten0 `tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid' (artikel 7) en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten2 `tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL)' (hierna: VLAREL) (artikelen 8 tot 12). Sommige van de ontworpen wijzigingen strekken tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 `tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie efficiëntie' (artikel 1). 2.2. Het ontwerp voorziet in een definitie van het begrip "nominaal vermogen" in artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM (artikel 2) en in hetzelfde besluit wordt de keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW in gebouwen geregeld (artikelen 3 en 4 en de bijlage bij het ontwerp).

In het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten wordt in een definitie voorzien van het begrip "verwarmingsauditrapport" (artikel 5) en wordt bepaald in welke gevallen een vrijstelling wordt verleend voor de uitvoering van de verwarmingsaudit (artikel 6).

In de lijst van de milieu-inbreuken vermeld in bijlage XXIII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten0 wordt in terminologische aanpassingen voorzien (artikel 7).

In het VLAREL wordt de omschrijving van de categorieën "airco energiedeskundige" en "opleidingscentra voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW" gewijzigd (artikel 8) en wordt naast airconditioningsystemen met een nominaal vermogen ook gewag gemaakt van gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen (artikelen 9 tot 12).

Ten slotte wordt het ministerieel besluit van 10 februari 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/2011 pub. 31/03/2011 numac 2011201464 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen sluiten `tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen' opgeheven (artikel 13).

RECHTSGROND 3. Het ontworpen besluit vindt rechtsgrond in de in de rubriek `Rechtsgronden' in de aanhef vermelde bepalingen. ALGEMENE OPMERKINGEN 4.1. Het ontworpen artikel 5.16.3.3, § 3, 4°, (1) van titel II van het VLAREM (artikel 3 van het ontwerp) en het ontworpen artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten (artikel 6 van het ontwerp) strekken onder meer tot omzetting van de artikelen 14, lid 2, en 15, lid 2, van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 `betreffende de energieprestatie van gebouwen', zoals gewijzigd bij artikel 1 van richtlijn (EU) 2018/844. Die bepalingen voorzien in een vrijstelling van de verplichting tot keuring van respectievelijk verwarmingssystemen en airconditioningsystemen "op voorwaarde dat deze aanpak hetzelfde globale resultaat oplevert als het resultaat van lid 1".

De voormelde ontworpen bepalingen machtigen de Vlaamse minister bevoegd voor energie, om te bepalen wat wordt verstaan onder "hetzelfde globale resultaat". De gemachtigde verklaarde in dit verband: "De vrijstelling uit artikel 14, lid 2 van de EPBD geldt alleen als deze aanpak hetzelfde globale resultaat oplevert als het resultaat van de keuringen die zouden zijn uitgevoerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat de installatie al reeds regelmatig wordt gekeurd en dat deze keuringen vergelijkbaar zijn met de verwarmingsaudit of de airco-energiekeuring.

Aan de minister wordt een delegatie verleend om te bepalen welke aanpak hetzelfde globale resultaat oplevert als de verwarmingsaudit en airco-energiekeuring. Dit kan door een lijst vast te leggen met elementen die een contractuele regeling moet bevatten om vrijgesteld te worden (bv. de duur van de overeenkomst, de vermelding van het gebouw en de systemen die er onder vallen, de maatregelen die men voorziet, de vooropgestelde energiebesparing,...).

Er wordt geopteerd voor een aanpak via ministerieel besluit omdat het bepalen van hetzelfde globale resultaat gaat om een aanvullende technische aangelegenheid die bovendien flexibel aanpasbaar moet zijn om nieuwe elementen te kunnen toevoegen." 4.2. Een delegatie van regelgevende bevoegdheid aan een minister kan enkel betrekking hebben op bijkomstige of detailmatige aangelegenheden. De voormelde artikelen 14, lid 2, en 15, lid 2, van richtlijn 2010/31/EU lijken de lidstaten een vrij grote beleidsruimte te laten om te bepalen in welke situaties al dan niet aan de voormelde voorwaarde van "hetzelfde globale resultaat" is voldaan, aangezien niet wordt bepaald wat hieronder moet worden verstaan of aan de hand waarvan wordt bepaald dat een resultaat globaal gesproken hetzelfde is. Gelet hierop, en op het belang van de kwalificatie "hetzelfde globale resultaat" voor de al dan niet toepasselijkheid van de keuringsverplichting waarin de ontworpen regeling voorziet, is de machtiging aan de minister om te bepalen wat wordt verstaan onder "hetzelfde globale resultaat" thans niet beperkt tot louter bijkomstige of detailmatige aangelegenheden.

Bijgevolg moet in het ontwerp zelf worden bepaald wat wordt verstaan onder "hetzelfde globaal resultaat" en moet de machtiging aan de minister beperkt worden tot het vaststellen van de technische regels om na te gaan of aan die voorwaarde is voldaan. 5. Aangezien, zoals de gemachtigde bevestigde, het de bedoeling is dat ook niet residentiële gebouwen met één airconditioningsysteem, één gecombineerde airconditioning en ventilatiesysteem of één centraal stooktoestel vallen onder de regeling van de ontworpen artikelen 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM (artikel 3 van het ontwerp) en 9, § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten (artikel 6 van het ontwerp), verdient het aanbeveling om in de tekst van respectievelijk punt c en punt 3° van de voormelde bepalingen na het woord "met" telkens de woorden "een of meer" in te voegen.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 3 6.1. De aangewezen werkwijze bij de omzetting van richtlijnen bestaat erin de verwijzing naar de omgezette richtlijnen op te nemen in een apart artikel in het dispositief van de tekst. (2) Dit gebeurt in artikel 1 van het ontwerp.

In het ontworpen artikel 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM (artikel 3, 1°, van het ontwerp) wordt echter eveneens bepaald dat dit punt voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2010/31/EU. Die bepaling is overbodig en moet worden weggelaten. In artikel 1 van het ontwerp wordt immers reeds gewag wordt gemaakt van de omzetting van richtlijn (EU) 2018/844, die op zijn beurt richtlijn 2010/31/EU wijzigt. 6.2. Artikel 3 van het ontwerp voorziet in de vervanging van punt 4° van het eerste lid (1° ) en van het tweede lid (2° ) van artikel 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM. Artikel 5.16.3.3, § 3, van titel II van het VLAREM bestaat evenwel slechts uit één lid, dat vier punten telt. Weliswaar werd bij artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten1 `tot wijziging van bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne' in die bepaling "een tweede lid" ingevoegd, maar zoals uit de inleidende zin van die bepaling blijkt werd dat lid ingevoegd in punt 4° van artikel 5.16.3.3, § 3. Bij de vervanging van dat punt 4° door artikel 5, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten3 `tot wijziging van het VLAREL en tot wijziging van diverse andere besluiten wat betreft erkenningen met betrekking tot het leefmilieu' werd overigens geen gewag gemaakt van een eerste lid van artikel 5.16.3.3, § 3. Hieruit blijkt dat toen ook (terecht) werd aangenomen dat die bepaling niet is onderverdeeld in leden.

Artikel 6 7. In het ontworpen artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten wordt bepaald dat "[i]n afwijking van paragraaf 1 (...) voor de volgende gevallen een vrijstelling [wordt] verleend".

Om niet te indruk te wekken dat het gaat om een individuele verlening van vrijstellingen, is het aangewezen te schrijven: "In afwijking van paragraaf 1 geldt voor de volgende gevallen een vrijstelling van de verplichting tot uitvoering van een verwarmingsaudit:".

Artikel 8 8. Luidens artikel 106 van het VLAREL dient dit besluit te worden aangehaald als het VLAREL.Bijgevolg moet in de inleidende zin van artikel 8 van het ontwerp de zinsnede "van 19 november 2010" worden weggelaten.

DE GRIFFIER DE VOORZITTER Annemie GOOSSENS Jo BAERT _______ Nota's (1) Over de vermelding "eerste lid" en "tweede lid" in artikel 3 van het ontwerp: zie opmerking 6.2. (2) Omzendbrief VR 2019/4 `betreffende de Wetgevingstechniek', aanwijzing 147. 8 JANUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - de wet van 28 december 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, artikel 1; - het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 5.2.1, § 1, artikel 5.4.1, 5.4.2, 5.6.2, artikel 5.6.3, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 26/06/2014 numac 2014203085 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 80 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zoals gewijzigd bij decreet van 30 april 2009 type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten, artikel 5.6.5, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 26/06/2014 numac 2014203085 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 80 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zoals gewijzigd bij decreet van 30 april 2009 type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten en gewijzigd bij het decreet van 8 december 2017, artikel 16.1.2, 1°, f), ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » sluiten, en artikel 16.4.27, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » sluiten en gewijzigd bij de decreten van 30 april 2009 en 8 juni 2018; - het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten, artikel 11.1/1.1 en 11.1/1.2, ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/10/2020 pub. 25/11/2020 numac 2020016178 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - Op 13 maart 2020 is bij de Inspectie van Financiën een aanvraag voor een advies ingediend. De Inspectie van Financiën verleende een gunstig advies op 16 maart 2020. - Met toepassing van artikel 31, § 2, 2° van het BVCO van 17 mei 2019 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak is voor dit dossier het gemotiveerd akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, niet vereist. - De Raad van State heeft advies 68.259/3 gegeven op 8 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten; - het Energiebesluit van 19 november 2010; - het ministerieel besluit van 18 september 2007Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/09/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007036576 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee type ministerieel besluit prom. 18/09/2007 pub. 13/02/2008 numac 2008200371 bron ministerie van het waalse gewest Ministerieel besluit betreffende de erkenning en de onteigening van een nieuw gebied voor gemengde bedrijfsruimten op het grondgebied van de stad Moeskroen sluiten betreffende de vaststelling van de inhoud van het verwarmingsauditrapport; - het ministerieel besluit van 15 september 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 15/09/2009 pub. 22/09/2009 numac 2009003353 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 juni 2000 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 17 februari 2000 betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan type ministerieel besluit prom. 15/09/2009 pub. 18/09/2009 numac 2009022442 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten type ministerieel besluit prom. 15/09/2009 pub. 18/09/2009 numac 2009022443 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten sluiten betreffende de vaststelling van de inhoud van het verwarmingsauditrapport en de inhoud van de opleiding van de verwarmingsaudit.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van titel II van het VLAREM

Art. 2.In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017, wordt in de definities "KOELINSTALLATIES" de definitie van "nominaal koelvermogen" vervangen door wat volgt: "- nominaal vermogen: het totale opgestelde koelvermogen, uitgedrukt in kW, dat door de fabrikant voor continu gebruik is aangegeven en gegarandeerd, waarbij het door hem aangegeven nuttig rendement wordt gehaald. Als het airconditioningsysteem of het gecombineerde airconditioning- en ventilatiesysteem op gebouwniveau bestaat uit een aantal individuele installaties, worden de vermogens van de verschillende individuele installaties opgeteld;".

Art. 3.In artikel 5.16.3.3, § 3, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° Dit punt voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.De toegankelijke delen van een airconditioningsysteem of een gecombineerd airconditioning- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW worden iedere vijf jaar gekeurd door een erkende airco-energiedeskundige als vermeld in artikel 6, 1°, f), van het VLAREL. Een nieuw airconditioningsysteem of gecombineerd airconditioning- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW wordt binnen twaalf maanden na de inbedrijfstelling een eerste keer gekeurd.

De keuring omvat een beoordeling van het rendement en de dimensionering van het airconditioningsysteem vergeleken met de koelingsbehoeften van het gebouw en, in voorkomend geval, rekening houdend met het vermogen van het airconditioningsysteem om zijn prestaties onder gemiddelde werkingsomstandigheden te optimaliseren.

De elementen waaruit de keuring bestaat zijn opgenomen in bijlage 5.16.8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan bijlage 5.16.8 aanvullen of wijzigen. Het keuringsverslag bevat minstens het resultaat van de keuring, en ook aanbevelingen voor een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het gekeurde systeem. De exploitant bezorgt een duplicaat van het keuringsverslag aan de eigenaar van het gebouw. De exploitant en de eigenaar van het gebouw houden het keuringsverslag ten minste vijf jaar ter beschikking van de toezichthouder. De keuring is niet verplicht voor: a) airconditioningsystemen die onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld;b) airconditioningsystemen die worden beheerd door een nutsbedrijf- of netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen; c) niet-residentiële gebouwen met een of meer airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen die voorzien zijn van gebouwautomatiserings- en controlesystemen als vermeld in artikel 11.1/1.2 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten."; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 4°, a) en b), moet de aanpak hetzelfde globale resultaat opleveren als de keuring.De airconditioningsystemen moeten worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.".

Art. 4.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020, wordt tussen bijlage 5.16.7 en bijlage 5.17.1 een bijlage 5.16.8 ingevoegd, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater

Art. 5.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 09/02/2007 numac 2007035165 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende overschrijving van kredieten tussen basisallocaties in uitvoering van artikel 166 van het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 25/01/2007 numac 2007035010 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en betreffende de uitwerking van een Europees register inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag sluiten betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten5, wordt punt 35° vervangen door wat volgt: "35° verwarmingsauditrapport: een verslag van de verwarmingsaudit van de gehele verwarmingsinstallatie. Het verslag omvat een beoordeling van het rendement van de ketel en van de ketelgrootte vergeleken met de verwarmingsbehoeften van het gebouw. In voorkomend geval wordt rekening gehouden met het vermogen van het verwarmingssysteem om zijn prestatie onder gemiddelde werkomstandigheden te optimaliseren. Het verslag omvat ook het advies over de vervanging van de ketel, aanbevelingen voor andere wijzigingen van het verwarmingssysteem en alternatieve oplossingen die een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie kunnen realiseren;".

Art. 6.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2008, 1 maart 2013 en 16 mei 2014, wordt paragraaf 3 opnieuw opgenomen in de volgende lezing: " § 3. In afwijking van paragraaf 1 geldt voor de volgende gevallen een vrijstelling van de verplichting tot uitvoering van de verwarmingsaudit: 1° centrale stooktoestellen die onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld;2° centrale stooktoestellen die beheerd worden door een nutsbedrijf- of netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen; 3° niet-residentiële gebouwen met een of meer centrale stooktoestellen die voorzien zijn van gebouwautomatiserings- en controlesystemen als vermeld in artikel 11.1/1.2 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 09/06/2009 numac 2009035487 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het REG-decreet van 2 april 2004, wat de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten betreft sluiten.

In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, moet de aanpak hetzelfde globale resultaat opleveren als de verwarmingsaudit, vermeld in paragraaf 1. De centrale stooktoestellen moeten worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten0 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Art. 7.In bijlage XXIII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten0 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 september 2018 en 3 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor deskundigen" wordt de rij

39/1, eerste lid, 3°, eerste zin

De erkende airco-energiedeskundige, vermeld in artikel 6, 1°, f):3° bezorgt na iedere keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM, een verslag van de keuring aan de exploitant van het gebouw met het airconditioningsysteem.


vervangen door de rij

39/1, eerste lid, 3°, eerste zin

De erkende airco-energiedeskundige, vermeld in artikel 6, 1°, f): 3° bezorgt na iedere keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM, een verslag van de keuring aan de exploitant van het gebouw met het airconditioningsysteem.


2° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor deskundigen" wordt de rij

39/1, tweede lid

Als het certificaat van bekwaamheid inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 13/1, 3°, ouder is dan vijf jaar na de afgiftedatum, vermeld op het certificaat, moet de aircoenergiedeskundige de bijscholing gevolgd hebben en voor het bijhorende examen geslaagd zijn, vermeld in het eerste lid, van dit artikel, voor hij de erkenning van rechtswege, vermeld in artikel 32, § 2, eerste lid, 6°, kan gebruiken.

vervangen door de rij

39/1,tweede lid

Als het certificaat van bekwaamheid inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 13/1, 3°, ouder is dan vijf jaar na de afgiftedatum, vermeld op het certificaat, moet de airco-energiedeskundige de bijscholing gevolgd hebben en voor het bijhorende examen geslaagd zijn, vermeld in het eerste lid, van dit artikel, voor hij de erkenning van rechtswege, vermeld in artikel 32, § 2, eerste lid, 6°, kan gebruiken.


3° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij

43/4, § 1, eerste lid

Het erkende opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 6, 4°, f), organiseert de opleiding met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de opleiding en de minimale duur van de opleiding en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 1°, die bij dit besluit is gevoegd.

vervangen door de rij

43/4, § 1, eerste lid

Het erkende opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 6, 4°, f), organiseert de opleiding met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de opleiding en de minimale duur van de opleiding en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 1°, die bij dit besluit is gevoegd.


4° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij

43/4, § 2,eerste lid

Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, organiseert de bijscholing met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de bijscholing en de minimale duur van de bijscholing en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 2°, die bij dit besluit is gevoegd.

vervangen door de rij

43/4, § 2, eerste lid

Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, organiseert de bijscholing met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de bijscholing en de minimale duur van de bijscholing en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 2°, die bij dit besluit is gevoegd.


5° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij

43/4, § 3,eerste lid

Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, reikt binnen een maand na een examen een certificaat van bekwaamheid of van bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW uit nadat een persoon de opleiding of, in voorkomend geval, de bijscholing, gevolgd heeft en geslaagd is voor het bijhorende examen, vermeld in § 1, respectievelijk § 2.

vervangen door de rij

43/4, § 3,eerste lid

Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, reikt binnen een maand na een examen een certificaat van bekwaamheid of van bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW uit nadat een persoon de opleiding of, in voorkomend geval, de bijscholing, gevolgd heeft en geslaagd is voor het bijhorende examen, vermeld in § 1, respectievelijk § 2.


". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het VLAREL

Art. 8.In artikel 6 van het VLAREL van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt punt f) vervangen door wat volgt: "f) airco-energiedeskundige: deskundige voor het uitvoeren van keuringen aan airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM;"; 2° in punt 4° wordt punt f) vervangen door wat volgt: "f) voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM;".

Art. 9.In artikel 13/1, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten3, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".

Art. 10.In artikel 24/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten3 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".

Art. 11.In artikel 39/1, eerste lid, 3°, en tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten3 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten5, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".

Art. 12.In artikel 43/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1964 pub. 18/06/2010 numac 2010000336 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging sluiten3 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, 24 februari 2017 en 3 mei 2019, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" telkens vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen". HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 13.Het ministerieel besluit van 10 februari 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/2011 pub. 31/03/2011 numac 2011201464 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen sluiten tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen wordt opgeheven.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving, de natuur en de energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 januari 2021 De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie Bijlage 5.16.8 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.

Bijlage 5.16.8. De elementen van de keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW in gebouwen, vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4° De keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen omvat: 1° een controle van de documentatie;2° een visuele inspectie van het systeem;3° een beoordeling van het correcte gebruik;4° een controle van een aantal werkingsparameters van het systeem. De keuring wordt uitgevoerd aan de hand van de informaticatoepassing die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Vlaamse overheid.

Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie.

Brussel, 8 januari 2021 De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^